Raoul Dufy

(1877 - 1953)
Afb_Dufy_1877-1953_II

Raoul Dufy (1877 – 1953)

Net als zijn vriend Othon Friesz nam Dufy eerst les bij de schilder Charles Lhuillier in Le Havre, en na het winnen van een beurs vervolgde hij zijn opleiding aan de École des Beaux-Arts in Parijs. Aanvankelijk werkte hij in een impressionistische stijl, maar vanaf 1905 bewoog zijn stijl zich door het directe kwastgebruik en de felle kleuren naar het fauvisme toe. Vanaf 1909 temperde hij zijn kleurgebruik en werden zijn composities onder invloed van Cézanne meer gestructureerd. Na een korte flirt met het kubisme rond 1909 ontwikkelde hij in de daarop volgende jaren zijn eigen stijl, die getypeerd kan worden als stenografisch en kleurrijk. Vanaf ongeveer 1920 maakte hij zijn kenmerkende werken met vrolijke onderwerpen, neergezet in vlotte penseelstreken en dunne verflagen en heldere kleuren. Daarbij concentreerde hij zich op recreatieve taferelen, zoals paardenraces, roei- en zeilwedstrijden, parades en concerten. Dufy zei over zichzelf: “Mijn ogen zijn gemaakt om alles wat lelijk is uit te wissen.” Behalve schilderijen maakte Dufy onder andere muurschilderingen en boekillustraties en ontwierp hij tapijten, keramiek en stoffen. In 1952 ontving hij de Internationale Grand Prix op de Biennale in Venetië. Hij overleed het jaar daarop en werd begraven op de begraafplaats van het klooster van Cimiez nabij Nice.